Motorische ontwikkeling en mijlpalen

Dit is lastig te zeggen, want eigenlijk zeg ik liever dat je een kindje niet met anderen moet vergelijken. Het belangrijkst in de motorische ontwikkeling is het blijven zien van vooruitgang. Wanneer er sprake is van achteruitgang, stilstand en/of frustratie bij een kind, dan kun je beter even aan de bel trekken. Bijvoorbeeld bij het consultatiebureau of de kinderoefentherapeut. Natuurlijk zijn er wel gemiddeldes waar we vanuit gaan, maar de marges zijn erg breed én gelukkig maar!

Het consultatiebureau volgt de ontwikkeling van kinderen in Nederland. Hier worden kinderen beoordeeld op verschillende ontwikkelingsdomeinen. Wanneer een kindje buiten deze marges valt, wordt dit besproken met ouders en wordt eventuele oefening of vervolgstappen besproken.

Wanneer een kindje wordt geboren hoeft het nog niet zoveel. Een kindje slaapt, drinkt, knuffelt, huilt, poept en plast. Ook is het al aan het proberen om de ogen te fixeren. Dit lukt vanaf ongeveer vier weken oud. Ook zullen de handjes steeds bewuster open gaan om iets te pakken. Vanaf een week of tien begint de ontwikkeling van de hand-hand coördinatie en zal het gerichter speelgoed pakken en bijvoorbeeld naar de mond toebrengen. Vanaf negen maanden is een kindje in staat speelgoed bewust los te laten. Voor die tijd valt het nog per ongeluk uit de handen.

Op de buik liggen. Heel erg belangrijk voor de motorische ontwikkeling, maar de grootste ellende voor een baby wanneer de spieren nog ongetraind zijn. Ga zelf maar eens actief je spieren trainen, nadat een hele tijd niet hebt gesport. Dan heb je het zelf ook zwaar en kun je wel wat aanmoediging gebruiken. Door een baby van jongs af aan al kleine momentjes actief op de buik te laten liggen, help je jouw kindje de spieren te verbeteren en wordt het steeds leuker. Vanaf een maand of drie kan een kindje het hoofd goed optillen, met steun van de onderarmen.

Vanaf vier maanden gaat je kindje rollen. Sommige kinderen zijn hiermee wat later en rollen met zes maanden en dat is prima. De periode van mopperen is dan ook begonnen. Want als een kindje op de buik is gerold, lukt het niet altijd meteen om terug te rollen en is er wat hulp nodig. Let op, vanaf nu is inbakeren gevaarlijk.

Vanaf deze periode is het ook handig je kindje wat vaker op de grond te laten spelen. Hierdoor kan het vrijer bewegen en help je met het ontwikkelen van het pivoteren, draaien om de as in buiklig, en tijgeren. Een boxkleed remt simpelweg de beweging, omdat het wat zacht is. Na het pivoteren volgt het tijgeren. Je zult merken dat je kindje zichzelf eerst naar achteren duwt. Het is natuurlijk makkelijker om je zelf naar achter te duwen, dan naar voren te trekken. Kinderen zitten ongeveer een week of zes in de periode van het tijgeren en zullen daarna overgaan tot zitten, kruipen en optrekken tot staan. Vanaf deze periode is het verschillend hoe kinderen zich ontwikkelen. Dit is afhankelijk van het type kind, de benadering van ouders, de aanwezigheid van broertjes/zusjes. Een kindje vanaf deze leeftijd is heel trainbaar en leert simpelweg dingen die worden aangeboden en/of worden uitgelokt. Maar een kind heeft vanaf deze leeftijd ook meer een eigen wil.

Lees onze blog met meer tips voor spelen met je baby.

De meeste kindjes beginnen vanaf een maand of acht met kruipen. Als een kindje eenmaal door heeft hoe het moet, kan het heel snel gaan en kruipt het de hele kamer door. Tijdens deze periode leert een kind ook zelfstandig tot zit te komen. De meeste kindjes hebben dit met tien maanden wel onder de knie. De romp is nu sterk genoeg om samen met je kindje te fietsen en stevig te zitten aan een kinderstoel aan tafel.