Het kind dat altijd op de tenen loopt
Herken je teenlopen bij je eigen kind? Valt het je weleens op dat jouw kind altijd op zijn of haar tenen loopt, in plaats van de gehele voet op de grond te zetten? Dan is jouw kind niet de enige!
Een eigen looppatroon
Ieder kind ontwikkelt een eigen looppatroon. Wanneer kinderen leren lopen, gebeurt dit vaak op de tenen. Tot een jaar of 2 blijft dit zo. Jonge kinderen zijn erg speels en enthousiast en vaak resulteert dat in een soort huppelloopje. Naar mate kinderen ouder worden, passen ze dit looppatroon aan en verdwijnt het teenlopen vanzelf. Je ziet ook vaak dat kinderen met schoenen aan op de gehele voet lopen, maar wanneer zij op blote voeten of op sokken lopen ze toch weer op de tenen gaan lopen.
Sommige kinderen blijven op de tenen lopen. Dit kan onschuldig zijn, maar wanneer dit op latere leeftijd niet wordt gecorrigeerd, kan dit gevolgen hebben.
Welke gevolgen heeft het op de tenen lopen?
Teenlopen, ook wel ‘toe tipping’, kan structureel worden wanneer een kind niet in staat is de gehele voetzool op de grond te plaatsen. Dit kan ontstaan door de gewoonte van het looppatroon, maar ook door lichamelijke oorzaken. Een voorbeeld hiervan is een te korte achillespees. Deze pees is verbonden aan de kuitspieren, die ervoor zorgen dat de voet kan strekken. Wanneer de achillespees niet voldoende op lengte kan worden gebracht, staat de enkel altijd in de strekstand.
Wat doet de kinderoefentherapeut aan tenenlopers?
Tijdens een motorisch onderzoek achterhaalt de oefentherapeut waarom het kind op de tenen loopt. We observeren het looppatroon en onderzoeken het enkelgewricht om te bepalen of het een gewrichts- of spierprobleem is. Is dit het geval? Dan doen we oefeningen voor het verlengen van de spieren. Daarnaast maken we het enkelgewricht sterker door balansoefeningen te doen. Spelenderwijs ontwikkelt het kind een juist looppatroon.